David Thorpe
(NRC Handelsblad, 22 maart 2008)
In Zoetermeer staat de enige Mormonentempel van West-Europa. Het
is een van de vreemdste bouwwerken van ons land. Gevelplaten van
grijs marmer wijzen richting hemel, piramidevormige symbolen flankeren
als wachters de voordeur, abstract glas-in-lood weert pottenkijkers.
De façade en het achterliggende interieur hebben miljoenen
gekost. Een zeldzame open dag, vóór de inwijding van
de tempel, gaf zicht op kristallen kroonluchters en handgemaakte
vloerkleden van de allerhoogste ambachtelijkheid. Alleen met vlekkeloze
schoonheid kun je God fatsoenlijk dienen. Wilt u het goddelijk perfecte
interieur bekijken, dan wordt dat lastig. Nooit, maar dan ook nooit,
mag een niet-ingewijde de tempel betreden.
Als de Brit David Thorpe een van hen was geweest, hadden de Mormonen
hem op handen gedragen. Maar dat is hij niet. Hij is een kunstenaar,
wiens ambachtelijk uitziende werk dezelfde onberispelijkheid heeft
als de Mormonentempel in Zoetermeer. Zijn tentoonstelling in het
Kurhaus in Kleef bestaat uit kamerschermen, bloemperkjes met glas-in-lood,
stekelige sculpturen en gemarmerde glas op sokkels vol mozaïeksteentjes.
Om dit alles heen, hangen Thorpes bekende wandreliëfs. Hierin
creëert hij met geschept papier en flintertjes hout een spitse,
ontoegankelijke architectuur die zich bevindt in een ongerepte wildernis.
Thorpes werk lijkt gemakkelijk te benoemen bloemperkje,
kamerscherm maar er zit een subtiele dreiging in zijn werk
die zich heeft vermomd als decoratie. O nee!, fluistert
een vrouw die de tentoonstelling binnenstapt, hier hou ik
helemáál niet van!. Haar afgrijzen wordt ingegeven
door smaak, denkt ze waarschijnlijk. Maar het is meer dan dat. Een
kamerscherm is niet alleen smaakvol. Het is ook een hek, dat bepaalt
wat niet gezien mag worden, en waar mensen moeten blijven. De bijna
raamloze façades in Thorpes reliëfs doen hetzelfde.
Buiten blijven! roepen ze. En: We hebben het goed,
kijk maar hoe mooi het hier is! Schoonheid is niet altijd
luxe, het kan ook een verdedigingsmiddel zijn.
Thorpe is nooit in Zoetermeer geweest. Zijn esthetiek ambachtelijk,
ouderwets, hoekig en hekkig is ook niet per se Mormoons.
Vergelijkingen met Lord of the Rings of Assyrische wachterfiguren
zijn minstens zo legitiem. Thorpes esthetiek is er een van dreiging,
van wij tegen zij, van een utopie onder druk. Hij is gefascineerd
door groeperingen die teleurgesteld zijn in de beschaving of deze
als vijandig bestempelen, en zich daarom afzonderen. Thorpe lijkt
hen te begrijpen. Hij helpt hun Eden te verbeelden, in rotswanden
en bloemen. Hun cultuur laadt hij op met pentagrammen en gotische
bogen spirituele symbolen waar bijna elke sekte zich op beroept.
Zo schept hij een beeldtaal van vijandigheid. En die blijkt er akelig
herkenbaar uit te zien.
Het Kurhaus is een prachtig oud pand, gelegen tegen een beboste
helling. De natuur dringt via de grote ramen bijna het museum binnen.
Als de zon goed staat, baad je er in het zonlicht. Daarom zoekt
het museum exposanten die hun inspiratie uit de natuur halen - Guiseppe
Penone, Silke Schatz. Kunst en plek vormen een poëtisch samenspel.
Ook Thorpe past er prima, maar dan anders. In het wereldbeeld dat
hij schetst, fungeert de natuur als verdedigingslinie en als beladen
symbool voor puurheid. De utopieën die hij verbeeldt, gebruiken
de ongereptheid van de natuur als deel van hun wereldbeeld, hun
scheppingsverhaal, hun gelijk. Zo maakt Thorpe het zwijgende bos
van Kleef partijdig, onderdeel van een getroebleerde wereld. Alleen
al dat hij dat voor elkaar krijgt, geeft aan hoe goed zijn werk
in elkaar steekt.

Tentoonstelling: David Thorpe, t/m 12 mei in Museum Kurhaus Kleef,
Tiergartenstrasse 41, Kleef (D). Di-zo 11-17u. Inl.: +49(0)2821-75010
/ www.museumkurhaus.de
(foto: David Thorpe, The Colonist, 2004. Coll. Goetz)
|